Als je leeft in extreme armoede, ben je veelal de hele dag op zoek naar werk of eten. Werk gevonden? Het salaris dat je krijgt, is meestal minimaal en dat betekent dat je keuzes moet maken: koop ik eten, betaal ik de huur of stuur ik mijn kind naar school? Bovendien is er geweld om je heen. Jij en je kinderen zijn niet veilig. Deze druk is verstikkend, zeker als je je realiseert: ik kan hier niet aan ontsnappen. In je tekort en wanhoop doe je soms ‘domme’ dingen. Je schreeuwt tegen je kind; te snel en te vaak deel je een klap uit … Zoals het vroeger thuis ging, gaat het nu ook bij jou. Je laat je kind werken, want het extra geld kun je goed gebruiken. Misschien overweeg je zelfs om één kind ‘op te offeren’ voor de rest van het gezin: je laat je kind werken in de prostitutie.

Minder druk

Zodra een kind wordt opgenomen in een Compassion-project, valt er een last van de schouders van ouders. Er ontstaat financiële ruimte. Een kind hoeft niet meer te werken en er gloort een beetje hoop. Ouders ontdekken: Mijn kind heeft een kans op een beter leven dan ik. Iemand helpt mij in de zorg voor mijn kind. Ik sta er niet meer alleen voor. Ze hebben gelijk, want naast alle directe zorg voor het sponsorkind, is er veel aandacht voor de ouders. Zo kunnen ze training krijgen op het gebied van inkomsten genereren. De financiële druk verlagen is de beste preventie van kindermisbruik, want er ontstaat meer rust in een gezin.

Misbruik tussen broer en zus

Helaas zijn er ook dan nog misbruiksituaties. Precy Torreon is directeur van een Compassion-project in Cebu, de Filipijnen. Zij vertelt: “Wij adviseren ouders om in een andere ruimte dan hun kinderen te slapen. De kinderen zien anders veel te veel van de intimiteit tussen hun ouders. Er wordt vaak niet alleen misbruik gepleegd door ouders, maar ook door broers en zussen. In onze lessen leren de kinderen vanaf 3 jaar wat een gepaste manier van omgaan met elkaar is. We doen dat met een pop. Waar mag iemand je aanraken? Mag je vader of de buurman zijn hand in je onderbroek stoppen? Er komt weleens een ouder bij mij, die vraagt: ‘Waarom leren jullie mijn kind dit?’ Dan weten wij hoe laat het is. We leren de kinderen wat ze moeten doen bij misbruik. Als wij misbruik signaleren, in welke vorm dan ook, ondernemen wij actie en gaan we naar de politie.”.

Training voor iedereen

Ieder Compassion-veldland heeft een eigen Child Protection Specialist. In Kenia is dat Brenda Etukei. Met haar team is zij verantwoordelijk voor 115.278 sponsorkinderen in 407 Compassion-projecten. Brenda: “Wij doen twee dingen: we staan de kinderen bij die slachtoffer van misbruik zijn, en we zetten alles op alles om misbruik te voorkomen.” Brenda behandelt alleen al in Kenia bijna 150 cases per jaar, waarvan 60 procent in een rechtszaak eindigt. “Al onze medewerkers, en ook de kinderen zelf, worden voortdurend getraind in dit onderwerp en leren alert te zijn op symptomen. Soms zijn die heel duidelijk, bijvoorbeeld als een kind onder de blauwe plekken zit. In veel gevallen is misbruik minder zichtbaar en gedragen kinderen zich opeens teruggetrokken of juist heel agressief. Ieder kwartaal krijgen ouders en verzorgers hier les over. In het afgelopen kwartaal hebben we 72.000 ouders en verzorgers in Kenia getraind”, vertelt ze.

Een flesje cola is genoeg

Op de Filipijnen is, naast prostitutie, cyberseks een groot probleem. Precy: “Hier zijn veel ‘kartonmeisjes’: tieners die voor 1 dollar in een kartonnen doos seks hebben met een klant. Toen ik laatst zo’n meisje aanbood om haar eten te geven zodat ze kon stoppen met dit werk, zei ze: ‘Maar wie geeft dan mijn broertjes te eten?’ Kinderen zorgen voor hun gezin. Het probleem is niet zomaar opgelost. Zo’n 70 tot 80 procent van de kinderen in deze buurt komt in aanraking met cyberseks. Voor een flesje cola kleden ze zich uit voor een webcam en doen ze alles. Ouders staan dit toe vanwege het geld en overzien de gevolgen niet.” Recent werd door Precy een rechtszaak aangespannen omdat vijf meisjes die deelnamen aan een Compassion-project, slachtoffer van cyberseks waren geworden. “Mijn team en ik zijn regelmatig bang voor de daders, want door ons raken ze in de problemen. Mijn man vaart op de grote vaart en ik ben vaak maanden alleen thuis. ’s Nachts lig ik regelmatig angstig wakker.”

Daders worden opgepakt

Ook Brenda komt veel ellende tegen. “Maar,” vertelt ze, “er zijn ook veel overwinningen: kinderen worden bevrijd uit mensenhandel, de daders opgepakt en veroordeeld … We hebben veel besnijdenissen kunnen voorkomen bij jonge meisjes. Ik heb nu een paar keer meegemaakt dat er een situatie aan het licht kwam doordat een kind symptomen herkende van misbruik bij een klasgenootje. Ik ben ontzettend trots op deze kinderen. Ze hebben behoefte aan bescherming en willen dat ook voor hun vrienden.”

Naar de rechtbank

“Ik heb nog nooit meegemaakt dat een Compassion-medewerker seksueel misbruik pleegde”, vertelt Brenda. “Ooit is er medewerker ontslagen omdat hij kinderen sloeg. We hebben hier een rechtszaak van gemaakt. De bescherming van een kind heeft altijd onze prioriteit.” Compassion-medewerkers worden gescreend en getraind, en op de projectterreinen is veel sociale controle. Brenda: “We proberen te voorkomen dat medewerkers, sponsors of andere volwassenen in een afgesloten ruimte alleen zijn met een sponsorkind. Gegevens van kinderen worden ook niet zomaar doorgegeven, zelfs niet aan de eigen sponsor.”

Moegestreden

Precy vertelt: “Er zijn zo veel kapotte mensen en gebroken gezinnen om ons heen. Soms hebben we de neiging om op te geven, omdat we niet weten hoe we voor al deze mensen kunnen zorgen, maar dan hoor ik God: ‘Jij bent niet de Messias, doe alleen je werk en ik zal redding geven.’ Deze kinderen verdienen onze zorg. Wie zal er anders voor hen opstaan en voor hun bescherming vechten?”