Vertrouwen op God

“Het begint al in Apeldoorn, nog geen centimeter over de grens, waar we voor het eerst als groep vrouwen bij elkaar komen. Ons wordt gevraagd wat we tijdens de reis willen loslaten. Ineens realiseer ik me: ik laat mijn gezin achter, mijn dochter die vaak ziek is. Ik ben een harde werker en sjouw mijn zorgen graag zelf mee. Ik geloof in God, maar vertrouw ik Hem ook? Ik besluit de strijd aan te gaan: geen slaaf te zijn van angst, maar mijn zorgen in vertrouwen neer te leggen bij God. Ineens voel ik me zo vrij!”

Pottenkijker uit het rijke Westen

“Als de warme lucht op Sumatra me tegemoet komt, zie ik één ding: chaos. Overal verkeer, links rijden, iedereen haalt je aan alle kanten in. Echte armoede zie ik als we door de open riolen en kleine straatjes van de sloppenwijken slenteren. Ik voel me een pottenkijker uit het rijke Westen en een beetje ongemakkelijk. Totdat ik in gesprek kom met een vrouw in één van de krotjes, wier dochter in het Compassion-programma zit. De vrouw naast haar huilt en ik vraag via de tolk waarom. Het feit dat wij bij haar op bezoek komen maakt dat zij zich gezien voelt, dat wij haar op waarde schatten. Haar woorden maken me nederig en ontroeren me enorm. Het ongemak valt van me af. Ik zit hier, omdat God wil dat ik hier zit.

We organiseren een creatieve middag voor vrouwen, delen rompertjes uit en bezoeken verschillende Compassion-projecten. Overal waar we komen, worden we ontzettend welkom geheten. Echte armoede, ontdek ik, zit ‘m in uitzichtloosheid. Als je geen perspectief hebt, geen geld om je kinderen naar school te sturen. Dat kennen we niet in Nederland. Ik zie dat de combinatie van mensen op Jezus wijzen, maar ook hun kinderen naar school sturen en eten geven, echt werkt. Het geeft mensen perspectief.”

Door Jezus’ ogen

“Even los zijn van je verantwoordelijkheden als moeder, partner, werknemer en collega… Dat is zo fijn. Er is ruimte om te bedenken: wie ben ik en wie kan ik zijn voor mijn naaste? Tussen de vrouwen is geen competitief gedrag, maar we kijken naar elkaar door de ogen van Jezus. Daarnaast is het een ontzettende verrijking om kennis te maken met andere culturen en de mooiste dingen mee te nemen in je eigen leven. Ik ben geïnspireerd door de ‘wij-cultuur’ van Indonesië. Ik probeer nu niet meer te denken aan ‘mijn belang’, maar aan ‘ons belang’.

Ik heb sinds mijn pubertijd niet meer zo hard gelachen als op deze reis en heb er een hele mooie groep vriendinnen aan overgehouden. We komen nog steeds als gebedsgroep samen. Mijn relatie met God is heel erg verdiept en het proces van leren loslaten loopt nog steeds. Mijn reis gaat door, maar nu met Mijn Vader als reisleider.”